“Het gevoel hebben het vijfde wiel aan de wagen te zijn”, kent u die uitdrukking? Het leek zo’n dag te gaan worden, toen Wouter, Marie-José, Ron en Martin me met m’n tasje voorbijreden, staand in
de berm bij onze verzamelplaats. Het werd níet zo’n dag, maar een gezellig uitje naar de Tilburg Ten Miles. Van kop tot kont een geslaagde dag, met als enig minpuntje misschien de wedstrijd…
;-)
Om de logistieke problemen van vorig jaar op te lossen, waren start- en finishlokatie, en daarmee ook het parcours volledig vernieuwd. En dit jaar had de organisatie het zondermeer goed voor
elkaar. Kleedkamers, kledingafgifte en volop tapwater in de oude werkplaats van de spoorwegen. Hoewel een grote wedstrijd, voelde het nergens druk aan. Tas was zo ingeleverd, en na afloop ook
weer zo terug.
In het startvak was het wel druk. En daar was, onder een stralend zonnetje, voor de eerste keer goed merkbaar hoe warm het eigenlijk was. In de auto was er nog druk gerekend aan de benodigde
tempo’s om een PR te realiseren. Hier, met het zweet op doorbreken zonder te rennen, komt de eerste twijfel. Ik spreek als eerste uit niet meer voor een PR te gaan door de warmte, maar van binnen
is de stille hoop er nog wel dat het misschien wel gaat meevallen.
We zijn redelijk ver in het startvak naar voren gekropen, als een kleine blauwe “mijnhardlooptrainer.nl”-bubble. De haas met het bord 1:25 in z’n nek kruipt nog verder naar voren. Beetje
merkwaardig, als je die wilt volgen dan moet je er meteen naar toe sprinten. We zullen ‘m straks wel snel voorbij snellen.
De zandloperstart is hier goed uitgewerkt; we hebben zo’n 25 meter om te gaan rennen, en passeren de startstreep al meteen op het gewenste tempo. Stilzwijgend hebben we een 1-3-1 opstelling
bedacht kennelijk, want Martin is er als een speer vandoor. Die voelt misschien de morele druk van het startnummer van Mark waarmee hij loopt. Wouter, Ron en Jurgen lopen als een treintje achter
elkaar. In wisselende volgorde, en veelal door het gootje aan de linkerkant. Het voelt meteen erg benauwd aan. Reden genoeg voor Ron en Jurgen om de eerste drankpost niet voorbij te rennen.
Wouter neemt wat afstand. De 4:38 per kilometer is pittig, en we lijken geen meter dichterbij de haas van 1:25 te komen. Wat is die vent aan het doen? Je zal als naïeve loper daar je karretje
aanpikken. Wedden dat het dan geen 1:25 wordt? Als ik ‘m uiteindelijk voorbijschuif besluit ik het maar te vragen. “Hé haas, welk tempo loop jij?” Ik krijg een heel verhaal terug, dat eindigt met
de melding dat ie 4 seconden voor ligt op schema. Ik geef mijn voorzichtige mening dat dit toch meer een tempo lijkt voor max 1:20. Een van de vrouwelijke volgelingen van de haas neemt het
voor ‘m op. “We lopen echt 4:44 per kilometer!” “Precies, reken dat maar eens uit dan!” Ik zeg, na kerst geen wedstrijden meer voor deze haas.
Zoals het parcours nu is uitgetekend zitten er een aantal passages in waar de lopers elkaar tegenkomen. Een paar bochten na de encounter met de haas zit zo’n stukje. Ik zie Martin aankomen, en
krijg een gulle high five. Ik kijk uit naar Wouter, maar die lijkt verdwenen. Na zelf gekeerd te zijn komt eerst Ron in beeld, en dan pas Wouter. Loopt hij een typisch Woutertje? Dan had ik m
toch moeten passeren.
Het blijkt lastig om het tempo vast te houden. De kilometertijd gaat langzaam omhoog, en steeds als ik dat zie slechts tijdelijk met schokjes terug omlaag. Flarden van het parcours komen overeen met vorig jaar. Grappig om te zien dat waar vorig jaar nog een schutting om de bouwplaats heen stond, nu een stevig appartementencomplex is verrezen. Tilburg is een stad in beweging, niet alleen vandaag. Verschillende projecten vragen nog om deelnemers, waarvan Rooiharten me een hele mooie lijkt; nieuwbouw in een voormalige kloostertuin.
Wanneer we door een woonwijk lopen zie ik plots twee dames in een fel oranje Rabobank-shirt een grasveld aan de linkerkant van de weg kruisen. Die snijden een stuk parcours af! Ook duidelijk te
zien aan de manier waarop ze enigszins schichtig om zich heen kijken. Een aantal senioren op de stoep spot het tweetal ook, en spreekt er schande van! De twee voegen een heel stuk voor me links
in in de stroom. Vanop deze afstand waren de gezichten niet zichtbaar, maar zo met z’n tweeën in die felle shirts zijn ze aan hun paardestaartjes en dribbeltje goed te herkennen. Het duurt
misschien wel een kwartier maar dan lopen ze plots voor me. Best wel leuk om bij het passeren langs de neus weg te vragen of “zij nou die twee Rabobank-dames waren die daarnet links invoegden”.
Ze lijken een beetje te schrikken, en beginnen naar elkaar te giebelen. Misschien morgen wel mooi de snelste dames van kantoor…
We draaien nog een fraaie lus buiten Tilburg, en hier merk ik dat de reflexen nog goed zijn. Een bij of bromvlieg vliegt naar binnen, maar in één beweging spuug ik die vlot uit. Wat een
bijzondere smaak hebben die beestjes toch. M’n tempo is gezakt naar zo’n vijf minuten per kilometer, en ik verwacht ieder moment Ron of Wouter uit de achterhoede. Maar ook zij moeten tijd
prijsgeven, en zelfs Martin vertelt later dat hij in deze fase dacht dat ik misschien weer zou aansluiten. Geen kans. Langs het spoor mogen we nog een keer een flink viaduct beklimmen. Kleine
pasjes omhoog, het lijkt steeds makkelijker te gaan. Maar in deze fase wel met een beperkte voorwaartse snelheid.
Wat duurt die laatste kilometer deze keer lang. In de verte nog nergens een finishboog te zien. Dat kan toch niet. Inderdaad, het kan niet. Een haakse bocht naar links onttrekt de finish aan het
zicht. Pas in de laatste 50 meter durf ik nog een keer aan te zetten. Opgelucht passeer ik de streep, waar Martin snel gevonden is. Wouter volgt wat later, nadat hij eerst nog ene Ali van EHBO
heeft voorzien. Met Ron en Marie-José zijn we weer compleet. Ruim na het omkleden zijn alle vijf nog ronduit stil. Maar na een drankje bij Slagroom, en een drankje bij het Vaticaan, en een hapje
aan de overkant van de straat komt de tevredenheid langzaam binnensluipen. Wat een zware loop, maar wat een mooie om te doen. Met publiek dat rijen dik voor enorm veel herrie zorgt, en bijna geen
plek van de 16 km onbezet heeft gelaten. Bewust genieten was daarnet nog lastig, maar dat was het uiteindelijk toch wel.
Reactie schrijven