Ik heb wel iets met uniformen, zeker in de sport. Ik vind het wel een fraai gezicht zo'n complete wielerploeg als soepel draaiende eenheid op kop van een peloton. Een volle Kuip met duizenden shirts die de verbondenheid met die elf op het veld uitschreeuwen. Tachtig dezelfde oranje shirts bij de start van de Damloop. Wij lijken op elkaar, we gaan voor hetzelfde doel, je kunt op mijn steun rekenen zelfs al ken ik je amper.
Je shirt is onderweg je voucher voor gratis en onbeperkte steun. Een compliment als je voorbij flitst, een aanmoediging als ik voorbij schuif. Water of een gelletje als de uitputting nadert, een snelle blik naar het EHBO-team dat voorover gebogen aan het werk is om zeker te zijn dat het om een vreemd shirt gaat. Ongemerkt kom je me, in beide richtingen, niet voorbij.
Verbazing dan ook als twee ploeggenoten, net na de finish in Zaandam, vragen of ik weet wie van ons gereanimeerd werd. Nu klopte dat laatste sowieso niet, maar men was er zeker van dat in de laatste bocht één van onze shirts behandeld werd. Juist omdat ik altijd de kleur van het shirt in zo'n geval check kon ik me er niks bij voorstellen. Niemand gezien in die laatste bocht, en als men zo zeker was, dan was men toch wel even gestopt om te kijken wie dan in dat shirt zat.
Ruim drie kwartier later, juist als de "na-de-wedstrijd" routine plaats maakt voor een drankje in de businesstent, komt de tweede call. Er is nog één loper onderweg. Volgens de Damloop-app al een hele tijd bezig aan die laatste kilometer. Zou het dan toch?
Vanaf dat moment volgt een rondgang langs ehbo- en organisatiepunten om de collega te localiseren. Eens de goede persoon van de organisatie aangesproken hebben we het spoor te pakken. Dat startnummer is bekend bij "vermiste personen". Daar naartoe, en de naam van het ziekenhuis komt tevoorschijn. Database eigen bedrijf geeft geen noodnummer. Database Damloop wel. Tas opgehaald, ziekenhuis gebeld. Ziekenhuis nog een keer gebeld. "Iedereen die is binnengebracht is aanspreekbaar en stabiel." Gelukkig, en ook de bevestiging dat familie is ingelicht. Eigen spullen gehaald en op naar het ziekenhuis. Op de speciale Damloop-zaal de oververhitte collega getroffen, en daarmee einde code oranje.
In totaal is er ongeveer anderhalf uur verstreken voor we iets wisten over de omstandigheden en we een noodnummer hadden dat we konden bellen. Dat kunnen negentig lange minuten zijn. Sowieso langer dan 10 engelse mijlen, maar de andere kant van het noodnummerlijntje heeft daarna ook nog tijd nodig om te bewegen.
Goede reminder voor een simpele spelregel. Vul de achterkant van je startnummer in! Sinds mijn voorbedrukte stickertjes op zijn, vergeet ik het nog wel eens, al heb ik aan de schoenveters tegenwoordig een handige QR-code.
En misschien nog een andere spelregel. Als je tijdens het lopen naar je borst en buik kijkt, en je ziet een logo, kleur en lettertjes zoals op dat shirt dat daar op de stoep, straat of brancard ligt of zit, … stop even, kijk even wie het is, en vraag of je wat kunt doen. Wat mij betreft één toegestane uitzondering; je bent op weg naar een olympische medaille!
Reactie schrijven