Voor het tweede jaar op rij speelt de Crosscup Almere zich af bij
temperaturen ruim boven nul. En dat betekent modder ipv sneeuw en bevroren grond. Van de bospaden op het parcours in Pampushout was een groot gedeelte volledig ontgrasd. Modder en flinke stukken
ook nog eens van de dunne waterige soort.
Pas tijdens de wedstrijd kom ik erachter hoe modderig. De helft van het
parcours was verkend, en op basis daarvan was het beeld dat het er slecht bij lag. Ironisch genoeg waren de vooraf aangewezen moeilijke stukken in de praktijk de strookjes waarop enigszins
gerecupereerd kon worden. Niks vergeleken bij de blubberpaden na het passeren van de omgeploegde akker. Links en rechts uitwijken had hier geen zin; het was er dwars doorheen met de voeten tot
boven de wreef onder water.
De akker zelf viel dit jaar mee. Door het tempo daar op te voeren lukte
het op dat deel zelfs om voorgangers terug te pakken. Vooral in het begin viel er veel in te halen, omdat achter in het startvak gestart was.
Vlak voor de eerste passage hoor ik een kreet annex lach vlak achter
me. Als ik omkijk zie ik m'n clubgenoot alweer rechtkrabbelen. Het gat tussen ons twee dat door deze val ontstaat blijft tot de finish bestaan. Op de vlakke stukken komt m'n maat dichterbij, maar
op de ploeterstukken rekt het elastiek weer. Het zal bij die ene val blijven, al maken we allebei af en toe beenslagen die afgekeken zouden kunnen zijn van Sven Kramer.
Zoals ik met m'n clubmaatje aan een elastiek zitten, zo hang ik aan het
elastiek bij m'n naaste concurrent in het circuit. Op de laatste honderd meter van het parcours groeit nog gras, en ligt een strookje zand. Tractie! Met een eindsprint schuif ik nog een plaatsje
op, al zal dat in de eindstand van het circuit geen verschil gaan maken. Nog maar één wedstrijd te gaan, in het Vaartsluisbos.
Tijden, voor zover in een cross van belang: beiden 33 minuten over 5,8
km.
Reactie schrijven