De laatste wedstrijd, vorige week, van de crosscup '14/'15, ging zo
lekker dat ik me vandaag heb laten verleiden tot een bonuscross; de Diemercross in het Diemerbos. In totaal 8700 meter, opgedeeld in een aanloop, twee rondes, en de aanloop in omgekeerde
volgorde.
De man die na afloop op het parkeerterrein naast me stond, zei exact
wat ik ergens halverwege ronde 2 dacht. "Is dit niet een beetje té, jongens?" Had er niet een ander pad gekozen kunnen worden, of de wedstrijd misschien zelfs afgelast moeten worden. Snelheid was
helemaal geen issue. Goed naar de grond kijken, en overeind blijven, dat vroeg alle aandacht en energie. Voor wie de omgeploegde akker in de Pampushoutcross kent; dát, maar dan kilometers achter
elkaar. Vette klei die zich bij iedere stap om je voet heenplooit. De randjes waar gras of mos groeit zijn erg aanlokkelijk zodat je keer op keer daar toch weer gaat lopen. Maar wat zijn juist
die randjes verraderlijk! Ook daar zakt je voet volledig weg. Dan toch maar midden door. Ik had zelfs het idee dat je nóg beter de plassen kunt opzoeken. Dat spat uiteraard hoog op, maar de grond
onder die plassen lijkt juist wat steviger. Daarom staat er op die plek water?
Hoe dan ook, na 52 minuten ploeteren zat mijn bonusje erop. Niet één
keer onderuit gegaan, maar wel een keer of zeven een uitglijder naar rechts moeten corrigeren. Alleen naar rechts, zou daar nou nog trainingsinfo inzitten? Tijdens een cross heb je volop tijd
voor dat soort "diepere" gedachten...
Nu wat recupereren, en dan de uitrusting maar eens gaan redden.
Reactie schrijven