De eerste marathon zit erop! De eerste, want er zal vast nog wel een tweede volgen. Maar toch niet in het komend half jaar. Niet alleen omdat het best pittig is,
maar vooral vanwege het tijdsbeslag. Het is veel te leuk om toch ook geregeld een tien kilometer wedstrijd te lopen, een crossje mee te pakken of jezelf op de baan te testen. In training voor de
marathon kun je de voorbereidingskilometers niet missen en de diepe inspanning juist wel.
Klopte de voorbereiding dan? Ik denk het wel, al bleek in één stuk uitrennen toch teveel gevraagd. Tot zo`n 35 kilometer lukte het aardig om het tempo vast te
houden, ergens tussen de 5:30 en 5:45 minuten, en de paar wandelpassen om te drinken, werden nog makkelijk gecompenseerd. Voor dit punt hadden verschillende onderdelen zich wel gemeld, maar was
alles weer rustig gaan slapen. De achilles is na een kilometer of tien niet meer opgevallen, het stijf aanvoelende bovenbeen halverwege wedstrijd verdween weer uit beeld, en de rechterbil hield
het bij een aandachtssteekje. Vanaf kilometer 35 voelt het in beide benen of kramp op uitbreken staat. Verkeerd stappen of versnellen kan voldoende zijn.
Tot aan dit punt heb ik opgelopen met clubgenoot Ronald, die van ons twee hier ergens de eerste echte krampscheut krijgt. We halen Wibo weer bij, ook met kramp. En
we passeren Stefan die het niet breed heeft. Als de kramp eenmaal toeslaat wordt het lastig, en ik probeer het moment uit te stellen door kleinere pasjes te nemen. En uiteindelijk toch een stukje
te wandelen. Zodra ik dat doe maant Ronald me te bijven rennen. Hij heeft gelijk, en het tempo blijft ook nog redelijk. Met 6 minuten blank per kilometer verliezen we hooguit twee minuten over
het restant. Ronald ben ik kort hierna echter kwijt; zelf teveel kramp om door te kunnen rennen.
Ik kijk uit naar iedere drankpost die er nog staat, om weer een paar wandelpasjes respijt te krijgen. En de beklimming van de gevreesde Toronto-brug, die eigenlijk
best meevalt, maak ik toch niet helemaal rennend af. Aan de aanmoedigingen te horen gaan de meeste toeschouwers ervan uit dat het wandelen voortkomt uit het opraken van de brandstof. Maar met de
motor is nog niks mis, die maakt vandaag amper toeren. Het wandelen is slechts een poging kramp te voorkomen.
Die kramp komt er uiteindelijk toch, op 500 meter voor de finish. In de linkerbocht die daar ligt schiet het rechterbeen in een kramp. Misschien wel juist door die
bocht. Iets minder opgelet op hoe de benen neergezet werden. Ik rek het been midden op straat, maar zodra ik ‘m weer onder m`n lijf trek staat ie weer helemaal stijf. Hinkelend het stadion in
gaat natuurlijk niet, dus tegen het hek en langer strekken. Uit de geregistreerde data haal ik achteraf dat het bijna drie minuten geweest is! Zo voelde het niet. Zonde tijd, maar het is
voldoende om de dribbel die ik inzet vol te kunnen houden tot over de streep.
Afleiding genoeg in die laatste 500 meter, want vlak voor de poort hijsen acht EHBO`ers iemand in een rolstoel, en onder de marathonpoort passeren twee uitgaande
ambulances me. Als ambulances per twee komen dan weet je hoe laat het is. De atletiekbaan is echter weer helemaal vrij, en ik kan het horloge na 4 uur 11 minuten en 49 seconden stopzetten.
Tevreden, en redelijk ongeschonden. Een blauwe teennagel links, en een blaar aan een teen rechts. De spierpijn valt (nog) mee, al voel ik natuurlijk wel dat knieën
en heupen “iets” gedaan hebben. Zou ook een middagje in de tuin werken geweest kunnen zijn, of een tegelpad herbestraten.
Het lastigste aan de wedstrijd vond ik terugkijkend nog het hele logistieke deel. Wat trek je aan, wat neem je mee? Dankzij superlieve clubgenoten die bij de
kilometerpunten 9, 26 en 36 staan is de keuze-stress voor deze eerste marathon wat kleiner. Warme kleding om de natte en frisse start door te komen worden bij kilometer 9 ingeleverd, en bij
kilometer 26 kan ik een half litertje water met magnesium toevoeging aanpakken. De gels en water bij kilometer 36 zijn uiteindelijk niet nodig. Ik ben nog ruim voorzien. Bij een volgende start
hoef ik minder mee te slepen, al blijft warm kunnen starten en kleding afgeven wel een fijne gedachte.
Enfin, de eerste marathon zit er op en het is half oktober. Op naar de najaarsklassiekers en het veldseizoen!
Reactie schrijven